Voor alle mama’s die de strijd voeren met het eten van de kinderen… onze zoon eet sinds hij 1,5 is geen groentes en geen gekookte aardappelen. 1 pans gerechten eet hij ook niet, hier zit immers groente in.
Iedereen zei, laat het gaan. Je wint het niet.. we hebben alles geprobeerd. Want je wilt toch dat je kind goed eet.. En uiteindelijk het maar laten gaan. En nu, 2 jaar later. Eet hij sinds een weer weer groentes!! Soms moet er een beloning tegen over staan zoals een ijsje. Maar hij eet! Dus conclusie; maak je niet druk, laat het los, ooit gaan ze echt eten.
Judith
Vanaf dat kindjes een jaar of 1 zijn, wordt eten vaak ineens lastiger, maak je hier niet te druk om, je kindje heeft ook minder voeding nodig omdat het niet zoveel groeit als in het eerste levensjaar. Het heeft ook vaak met de peuterpubertijd te maken dat je kindje nee gaat zeggen, de wel bekende ‘neofobie fase’, kindjes beginnen vanaf hun eerste levensjaar hun zelfbewustzijn te ontwikkelen. In de groeiwijzer van de eetexpert wordt deze fase heel erg goed uitgelegd, hierin staat ook het volgende: “De ouder bepaalt wat en wanneer er gegeten wordt, het kind bepaalt hoeveel (Satter, 1999). Wanneer ouders de voedselinname proberen vergroten en druk zetten op het eetgedrag van het kind, kunnen ze ongewild het zelfregulatiesysteem van het kind verstoren en een probleem creëren (Lee et al., 2001; Moens & Vandewalle, 2011)”. Erg interessant om te lezen en er worden ook tips gegeven wat te doen, hieronder een aantal voor je op een rij.
Enkele adviezen uit het artikel mbt voedselneofobie:
Zorgfiguren hebben een belangrijke voorbeeldfunctie in het eetgedrag van hun kinde- ren. Kinderen zullen sneller verleid worden om iets te proeven dat ze hun zorgfiguren zien eten
Focus op wat goed gaat. Zo hanteer je een groeibe- vorderende opvoedingsstijl. Probeer geen druk te leggen op het proeven van een nieuw voedingsmid- del. Het is veel werkzamer om het kind te verleiden tot ontdekken
Als je je overigens wel zorgen maakt over het eetgedrag van je kindje, bel dan altijd de huisarts of vraag het aan het consultatiebureau.
Liefs Tassie